Veelgestelde

vragen

In onderstaande rubrieken vindt u antwoorden op veelvoorkomende vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan contact met ons op.

Bij een

overlijden

Stap 1: U belt de huisarts.
De huisarts komt zo snel als mogelijk om de dood vast te stellen en maakt een officiële verklaring van overlijden. Vervolgens brengt u de naaste familie op de hoogte.

Stap 2: Bel de uitvaartorganisatie
Dan belt u de uitvaartorganisatie voor de eerste zorg of het overbrengen van de overledene. Voor het melden van een overlijden is Oleahof Uitvaartzorg dag en nacht te bereiken via 0223 – 633 221. In overleg met u regelen en verzorgen wij de uitvaart zoals u dat wilt.

Ja dat mag. U mag de overledene zelf verzorgen of samen met ons zorgteam. U kunt er ook alleen bij aanwezig zijn om te kijken met welke zorg ons team de werkzaamheden verricht.

Er komt veel op u af. Belangrijk is om daar stapsgewijs vorderingen in te maken.

Allereerst bespreekt u alle wensen inzake de uitvaart met de uitvaartleider. Later komen ook andere zaken om de hoek kijken zoals bankzaken, notaris, verzekeringen, uitkeringen enz.

Van Oleahof Uitvaartzorg ontvangen de leden gratis het boekje Zorg Erna waar nagenoeg alle onderwerpen aan de orde komen. 

Ja dat is mogelijk en komt steeds vaker voor. Een afscheidsdienst op zondagmiddag 14.00 uur is soms  veel beter dan maandagmorgen 11.00 uur.

En bovendien is gebleken dat veel meer mensen de dienst dan kunnen bijwonen. 

Vraag naar de mogelijkheden die wij kunnen bieden.

Als het gaat om uitvaarten mag in Nederland eigenlijk heel veel. Zo kun je zelf het vervoer verzorgen en bepalen hoe je de plechtigheid indeelt. Je mag zelfs een eigen kist maken! Eigenlijk zijn er maar drie dingen die echt moeten na een overlijden:

  1. een arts inlichten (die geeft een verklaring van overlijden af).
  2. aangifte doen bij de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden. Na overlegging van de papieren van de arts, maakt de gemeente een akte van overlijden op. Ook verstrekt de gemeente een ‘verlof tot begraven of cremeren’. Zonder dit document kan er geen crematie of begrafenis plaatsvinden.
  3. binnen zes werkdagen na het overlijden de overledene begraven of cremeren.

Om het lichaam te conserveren is het noodzakelijk om de overledene zo snel mogelijk te koelen. Hierdoor is het in principe mogelijk om gedurende de dagen tot de uitvaart afscheid te kunnen nemen van uw dierbare.

Balsemen is een methode om het lichaam van een overledene voor een langere tijd te conserveren. Balsemen is in Nederland niet toegestaan. Uitzondering hierop zijn de lichamen die ter beschikking gesteld worden aan de wetenschap en de leden van het Koninklijk Huis.

Thanatopraxie is een methode om een lichaam tijdelijk te conserveren, zonder dat daarvoor koeling nodig is. Het is bedoeld om het ontbindingsproces af te remmen en het lichaam toonbaar te houden vanaf het moment van overlijden tot aan het moment van de uitvaart. De naam is afgeleid van de Griekse woorden voor de dood, θάνᾶτος (thanatos) en voor handeling, πρᾶξις (praxis). In tegenstelling tot bij balseming, is het dus niet de bedoeling om het lichaam langdurig te conserveren.

Een thuisopbaring is altijd mogelijk. Wellicht dat er enige aanpassing moet plaatsvinden, denk hierbij aan het koel houden (verwarming uit) van de opbaarruimte. Ook moet er uiteraard voldoende ruimte zijn voor het plaatsen van een opbaring in de kist of een opbaring op bed.

Volgens de wet op de lijkbezorging mag een uitvaart niet eerder plaatsvinden dan 36 uur na overlijden tot uiterlijk zes werkdagen na overlijden. Na deze termijn mag een uitvaart ook plaatsvinden, dan is hiervoor echter toestemming nodig (een zogenoemd uitstel tot begraven of cremeren) van een GGD-arts.

De gemeente zal de uitvaart alleen verzorgen als er geen nabestaanden (bekend) zijn of als deze de uitvaart niet kunnen bekostigen. In dat geval wordt de gemeente de opdrachtgever van de uitvaart. De gemeente zal de uitvaart sober regelen en eventuele nabestaanden hebben dan meestal geen inspraak in de uitvaart. Iedere uitvaart kost nu eenmaal geld dus ook als de gemeente de uitvaart zal moeten regelen zijn hier kosten aan verbonden. Eventuele uitvaartverzekeringen komen altijd ten goede aan de gemeente.

Ja, de overledene blijft te allen tijde in de rouwkist.

Een rouwkist is niet noodzakelijk. Er kan ook gekozen worden voor een uitvaartplank. Het lichaam dient dan bij de crematie of begrafenis geheel afgedekt te zijn met een lijkwade van natuurlijk materiaal.

Volgens de wet mag een crematorium de as pas een maand na crematie vrijgeven. Het crematorium bewaart de as gedurende deze maand in een speciale ruimte. Die ruimte is niet toegankelijk voor nabestaanden. Er zijn een aantal goede redenen voor de wachttijd van een maand. Zo hebben de nabestaanden voldoende tijd om na te denken over de bestemming van de as. In principe wordt dit beslist door de opdrachtgever van de crematie. Het komt voor dat nabestaanden het oneens zijn over de bestemming van de as. De wachttijd geeft hen de kans eventuele meningsverschillen uit te praten. Lukt dat niet, dan doet de rechtbank hier uitspraak over.

Voor verstrooiing over land is altijd toestemming van de eigenaar noodzakelijk.
Verstrooiing op zee is altijd toegestaan.
Meer informatie betreffende verstrooiing op zee kunt u verkrijgen bij Stichting Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers te Den Helder tel. 0223 618 320

Indien de grafhuur is verlopen, en de rechthebbende het graf niet langer wil huren, eindigt de grafhuur.
Hierna zal het monument van het graf worden verwijderd. De stoffelijke resten worden in een diepere laag van het graf begraven. Hierna kan het graf weer worden uitgegeven.
Het authentiek “ruimen” van het graf wordt niet vaak meer toegepast.

Het is mogelijk om op eigen grond begraven te worden. Het betreffende terrein moet dan echter eerst door de gemeenteraad als begraafplaats worden aangewezen. Een kleine particuliere begraafplaats moet in principe aan dezelfde eisen voldoen als een gewone begraafplaats. In veel gevallen zal ook het bestemmingsplan moeten worden aangepast.
De kans is uiterst klein dat men toestemming krijgt voor een begrafenis in eigen tuin.

Om uw lichaam beschikbaar te stellen, moet u zelf toestemming geven aan een anatomisch instituut van een universiteit. Het instituut vraagt u een handgeschreven verklaring (codicil) te maken. Hierin staat dat u uw lichaam na uw overlijden aan de wetenschap afstaat. U bent verplicht het codicil te ondertekenen en te dateren. Het anatomisch instituut bewaart uw codicil. Zowel u als uw huisarts krijgen een kopie.
Na overlijden kunnen er redenen zijn om niet tot acceptatie van het lichaam over te gaan.
Bijvoorbeeld indien het overlijden in het buitenland plaatsvindt. Er zijn diverse andere redenen. Hiervoor kunt u informatie inwinnen bij een anatomisch instituut van een universiteit.

Indien de wens bestaat om een zeemansgraf te krijgen, waarbij het lichaam op volle zee overboord gezet wordt, is dit binnen de Nederlandse wateren niet toegestaan.

Uitvaart

bijwonen

Je hoeft tegenwoordig echt niet meer helemaal in het zwart naar een uitvaart. En ook het driedelige pak mag in de kast blijven. Maar zorg wel voor nette, schone kleren. De meeste mensen kiezen voor sobere kleuren als zwart, grijs of donkerblauw. Is het een warme dag? Kom toch maar liever niet op slippers en in korte broek. Soms staat er een kledingadvies op de kaart, zo kan het zijn dat de familie het juist mooi vindt als iedereen fleurige kleding aantrekt. Probeer je altijd zoveel mogelijk te houden aan dit soort wensen.

Soms is het moeilijk om te bepalen of je wel of niet verwacht wordt op een uitvaart. Je kunt dan de volgende stelregel aanhouden. Je gaat naar een uitvaart als je:

– de overleden persoon goed hebt gekend.

– je de overledene zelf niet (goed) kende, maar wel de nabestaanden wilt steunen in hun verlies.

“Een rouwkaart is in eerste instantie bedoeld als kennisgeving van iemands overlijden”, zegt etiquette-expert Beatrijs Ritsema. “De nabestaanden willen zoveel mogelijk mensen op de hoogte brengen, omdat ze het vervelend zouden vinden als iemand het via via hoort of veel te laat. Pas in tweede instantie is zo’n rouwkaart ook een uitnodiging om de uitvaart bij te wonen. Het is altijd aan jezelf om te bepalen of je erbij wilt zijn. Ben je verhinderd of wil je niet gaan? Stuur dan in elk geval een handgeschreven condoleancekaart naar de familie.”

Beatrijs Ritsema: “Rouwadvertenties worden geplaatst om ook mensen die de nabestaanden niet persoonlijk kunnen bereiken op de hoogte te stellen van iemands overlijden. Als je de overledene gekend hebt en afscheid wilt nemen, ben je welkom op de begrafenis. Dit geldt wel alleen als in de advertentie vermeld staat waar en wanneer de uitvaart gehouden wordt. Staat dat er niet bij, dan willen de nabestaanden in besloten kring afscheid nemen. Het is dan niet de bedoeling dat je zelf probeert te achterhalen wanneer de uitvaart wordt gehouden.”

Hebben de kinderen de overledene goed gekend, dan horen ze er natuurlijk bij. Ook voor kinderen is het immers belangrijk om afscheid te kunnen nemen. Bij heel jonge kinderen is het verstandig om een oppas stand-by te hebben in een andere ruimte. Mocht je kindje erg onrustig zijn, dan kun je hem of haar even wegbrengen. Gaat het om de uitvaart van iemand die de kinderen niet of amper gekend hebben? Laat ze dan liever thuis.

Er is een vaste volgorde voor het vermelden van de namen van de nabestaanden op de rouwkaart. Deze volgorde wordt ook tijdens de uitvaart en bij het condoleren aangehouden. In de uitvaartbranche wordt dit ook wel de préséance van de familie genoemd: de volgorde van belangrijkheid. De meest voorkomende volgorde is: partner, kinderen, partners van kinderen, klein- en achterkleinkinderen, ouders, ouders van partner, broers en zussen, zwagers en schoonzussen, neven en nichten. Als de overledene kinderen heeft uit vorige relaties, komen die meestal direct na de huidige partner (van oud naar jong). Daarna volgen de kinderen uit de bestaande relatie en de eventuele kinderen uit eerdere relaties van de huidige partner.

Volgens toBe-columnist en uitvaartpionier Monica Zeegers is dat vrij simpel: “‘Gecondoleerd’ is voldoende, Helaas houdt bijna niemand zich hier aan. In de praktijk gaan mensen hele verhalen houden, ook als er nog een enorme rij achter ze staat. Als ik dat als uitvaartverzorger zie, verzoek ik de mensen vriendelijk en beleefd het gesprek op een ander moment voort te zetten. Dat wordt me niet altijd in dank afgenomen, maar de familie waardeert dat des te meer. Steeds meer families kiezen er overigens voor om het condoleren over te slaan. Ze zetten dan bijvoorbeeld op de kaart dat er na afloop een informele bijeenkomst is, of de uitvaartverzorger kondigt dit aan. Zo kan de familie zich na de uitvaart verspreiden over de ruimte en alleen een praatje maken met degenen die ze goed kennen.”

Vroeger was het protocol dat de overledene altijd voorop ging in de stoet. Tegenwoordig lopen op de begraafplaats meestal de beheerder van de begraafplaats en de uitvaartverzorger voorop. Is er een geestelijke aanwezig, dan hoort deze volgens het protocol vóór de uitvaartverzorger te lopen. Meestal loopt de begraafplaatsbeheerder voor of naast hem, omdat dat nu eenmaal wel zo praktisch is.

Etiquette-expert Beatrijs Ritsema: “Als er ergens gehuild mag worden, is het wel op een uitvaart. Het is niet vreemd als er emoties vrij komen, bijvoorbeeld wanneer je de naaste familie ziet huilen of als er een mooi liedje gedraaid wordt. Ben je toch bang dat je te veel de aandacht trekt, ga dan een beetje achteraan zitten. En probeer wel te voorkomen dat je bij het condoleren in huilen uitbarst. Het is niet de bedoeling dat de nabestaanden jou moeten troosten in plaats van andersom.

Als er een naast familielid overlijdt (partner, ouders of kinderen), heb je vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de uitvaart recht op calamiteitenverlof. Ben je daarna nog niet in staat om weer te werken, dan kan dit overgaan in bijzonder verlof. Gaat het om een familielid in de tweede graad (broer, zus of grootouder), dan heb je recht op één of maximaal twee dagen verlof.

Wil je de uitvaart bijwonen van iemand die verder van je af stond? Dan is je werkgever in principe niet verplicht om je vrij te geven. Maar de meeste werkgevers zullen dit alleen weigeren als er heel zwaarwegende redenen zijn.

Foto’s nemen is toegestaan. Uiteraard is toestemming van de familie een vereiste.
Foto’s maar ook ander beeldmateriaal kunnen zeer waardevol zijn bij het verwerkingsproces.

Niet zonder overleg met de nabestaanden. Maar wil je ze echt met zoiets lastigvallen?

Ja, maar zoek wel even een plekje op waar de directe familie je niet ziet (tenzij ze zelf ook staan te roken natuurlijk).

Controleer voordat de uitvaart begint altijd:

– of er vóór of na de plechtigheid gelegenheid is om de familie te condoleren. In het eerste geval: kom ruim op tijd!

– of je telefoon uit staat. Niets zo storend als een vrolijke ringtone die tijdens een toespraak opeens door de ruimte schalt.

– of je tissues bij je hebt, ook al verwacht je dat je niet gaat huilen. Heb je ze zelf niet nodig, dan kun je altijd nog aanbieden aan degene naast je.

– of je op de goede plek zit. Vaak zijn er voor de naaste familie plekken vooraan gereserveerd. Vraag bij twijfel even aan de uitvaartverzorger waar je het best kunt gaan zitten.

Als je een rouwstoet tegenkomt, mag je deze niet doorkruisen. Dit geldt ook als de stoet van links komt of afslaat. De regeling geldt alleen op gelijkwaardige kruisingen, dus zonder verkeerslichten, voorrangsborden of haaientanden. De eerste auto in de stoet, meestal de rouwwagen, moet zich wel aan de voorrangsregels houden. Bovendien moeten alle auto’s in de stoet voorzien zijn van vlaggetjes. Is dit niet het geval, dan gelden de normale voorrangsregels.

Na de uitvaart en het condoleren is er meestal de gelegenheid om koffie te drinken met cake of een broodje. De sfeer is dan wat losser. Vaak is een uitvaart meteen een reünie: je spreekt er mensen die je lange tijd niet gezien hebt. Blijf je er wel van bewust dat je op een uitvaart bent en niet op een feest of receptie. Te hard praten of lachen is niet gepast.

Bloemen zijn een persoonlijke gift aan de overledene, Ze staan daarom altijd zo dicht mogelijk bij de kist. Welk bloemstuk waar komt, heeft te maken met de mate van verwantschap van de gevers. Daarbij zijn er twee protocollen. Tijdens een condoleance staat de belangrijkste bloemstukken bij het hoofdeinde, maar tijdens de uitvaartplechtigheid staan ze opgesteld rond de kist.

De uitvaartverzorger zorgt dat een uitvaart in goede orde verloopt. Vaak zijn er vooraf met de familie specifieke wensen besproken. Volg daarom de aanwijzingen van de uitvaartverzorger altijd op.

Het is toegestaan om mee te rijden in de rouwauto. Naast de chauffeur is er één plaats beschikbaar. Het wordt vaak als zeer troostvol ervaren om tijdens de laatste rit zo dicht mogelijk bij een dierbare te kunnen zijn. 

Zeker niet! Indien er een eigen auto ter beschikking is waarin het mogelijk is om de overledene te vervoeren is dit toegestaan. Denk bijvoorbeeld ook aan vervoer met een koets, vrachtauto, motor met zijspan.

De

tarieven

Nee dat klopt niet. Daar komt nog van alles bij in de vorm van allerlei extra toeslagen en wensen die pas later bekend worden.

Dus: laat u zich niets wijsmaken.

Nee dat is niet waar. Wij weten dat dit wel eens gezegd en gedacht wordt in Den Helder maar de werkelijkheid is heel anders.

Wij zijn, ondanks onze extra service, ruime parkeergelegenheid en prachtige voorzieningen

op diverse punten van dienstverlening en gebruik van de Oleahof goedkoper dan onze collega’s.

Zo is het en niet anders.

Wij zijn er

voor u in de regio

Heeft u vragen? Wilt u advies? Of wilt u een (persoonlijke) afspraak maken? We helpen u graag.

“Een warm, passend en uniek afscheid van uw dierbare verzorgen. Persoonlijke aandacht, rust en betrokkenheid staat hierin voor mij centraal.”

Suset van Lieshout
Register uitvaartleider

Direct contact

Bel 24/7 bij overlijden naar: 0223-633221

Wat is uw 

situatie?

Waar kunnen we u mee van dienst zijn?
Ga naar de inhoud